Afbeelding
Foto: W.H.Zandbergen

De val

Column

Terwijl ik met mijn niets-aan- de- hand- gezicht me aangepast voortbeweeg, komen de vragen.

Wat loop je moeilijk? 'Ik probeer iets te verzinnen, maar de waarheid is niet charmant. Ik struikelde weer eens over mijn eigen benen. Is er iemand in de buurt? Houden mijn panties het? Nee, niet mijn buurman! Terwijl ik vanuit mijn kantoor vliegloop naar mijn auto, parkeert mijn buurman zijn bolide. Dat is zo'n keurige man in een prachtige auto, in driedelig grijs. Echt allervriendelijkst, maar je wil daar niet voor terechtkomen. Natuurlijk land ik voor zijn voeten. Zo jammer! ''Ik denk, je houdt het nog wel recht.'' Hij steekt zijn hand toe en ik hijs me onelegant omhoog. Dit gebeurt te vaak, de vorige keer was van de zomer in Noordwijk achter het Picképlein. Mijn echtgenoot loopt naar de auto en ik bezoek de parkeerautomaat. Terwijl de auto's achter elkaar uitrijden, wacht ik mijn tijd af en loop er snel tussendoor. Alles staat stil. Totdat ik me ineens opgenomen voel en met een plof aan de andere kant op het trottoir terechtkom. Ik kijk voorzichtig om me heen. Welke auto is er gaan rijden? Een mijnheer stapt uit de wachtende auto. Waarom geen vrouw? 'Dat was een hele duik', stelt hij vast. 'Heeft u zich bezeerd?' Ik inventariseer en kijk, twee kapotte knieen en de rest beweegt nog. "Ben ik aangereden?" 'Nee hoor', zegt de man luchtig. Terwijl u overstak kwam de belemmeringspaal weer uit de grond omhoog. Een toevalstreffer!' Hier moet ik wat aan doen! Mijn moeder zei het al, kijk uit voor omhoog komende paaltjes en mannen in driedelig grijs.
Teuntje van Delft,
Hoofdredacteur