Afbeelding

Koninklijk compliment

Column

Hoorde ik dat nu goed? "Wat heeft u een mooie borsten!" zei kroonprins Willem-Alexander. Hij zei het toch echt! Of niet?

Vijf maanden vóór mijn ontmoeting met de koning, toen nog een ongehuwde kroonprins, zat ik vol ongeloof op het toilet te staren naar de dubbele blauwe streepjes op het predictorstaafje. Zwanger! Onverwacht, maar zo welkom, ons eerste kind. De bevestiging volgde na de eerste echo en op de wat wazige foto die we meekregen. De daarop volgende weken verliepen zonder pijntjes of ander zwangerschapsellende waarvoor ik door ervaren moeders was gewaarschuwd. Ik liep op een roze wolk en het leven lachte me toe!

Ik werkte destijds samen met vijf collega's aan een project voor het Ministerie van Buitenlandse zaken waaraan ik dat jaar in Leiden was begonnen. De Prins van Oranje was beschermheer van dit project, wat betekende dat we hem meermalen zouden ontmoeten. Mijn zwangerschap verliep gelukkig zo voorspoedig dat ik mijn werkzaamheden kon blijven uitvoeren tot aan het einde van dit project. Voor een van de ontmoetingen met de PvO paste ik nog nét in een mooi jurkje, waarin mijn groeiende buik niet zo heel erg opviel, maar mijn steeds groter wordende borsten des te meer. Wat was ik daar trots op! Voordat we vertrokken speldden we bij elkaar de speciale broche op, met het logo van het project. Gezamenlijk reden we naar Amsterdam, naar het Paleis op de Dam waar de happing plaatsvond.

Toen we de ruimte betraden waar Willem-Alexander stond, riep een lakei stuk voor stuk onze namen op terwijl hij met een zogenaamde attentiestok op de grond stampte. Mijn collega's die voor me waren, stonden in de naastgelegen ruimte op mij te wachten, terwijl ze keken hoe ik naar voren liep en wachtte tot de kroonprins me de hand toereikte.

En toen gebeurde het. Terwijl hij mijn hand schudde, dwaalden zijn ogen af op borsthoogte en zei hij dat hij mijn borsten mooi vond. Ik wilde zeggen: "Maar hoogheid, wat zegt u nu?" maar beet mijn tong af. Ik stamelde iets dat leek op 'dank u wel' en liep met hoogrode kleur naar mijn collega's.

"Wat was dat nou? Wat zei hij tegen je?" vroegen ze nieuwsgierig. "Iets over mijn borsten volgens mij. Ik verstond letterlijk: 'Wat heeft u een mooie borsten'", antwoordde ik. Mijn collega's hadden het niet meer. Gierend zei een van hen: "Jij bent sinds je zwangerschap ook zó bezig met die borsten van je. Het is die broche die we allemaal op hebben waarnaar hij keek. Hij zei natuurlijk: "Wat heeft u een mooie broche op!"

Een ervaring rijker en een illusie armer verliet ik die middag het paleis…

Caroline Spaans, redacteur