Familie Reijnen vertrok naar Israel.
Familie Reijnen vertrok naar Israel. Foto: Joep Derksen

Opnieuw beginnen in het Beloofde Land

Algemeen

In de jaren 80 en 90 verhuisde menige bloemenkweker of agrarier naar Israel. Het klimaat om bloemen te telen of een bedrijf te starten lonkte. Nog steeds trekken mensen die kant op. Mirjam en Raymond Reijnen namen in 2018 een drastisch besluit; ze lieten hun ‘veilige’ leventje in Nederland achter om een nieuw leven op te bouwen in Israël. Bewust kozen ze ervoor om niet naar Jeruzalem of Tel Aviv te gaan, maar ze kochten een huis in Nahal Oz; een kibboets, die op een steenworp afstand ligt van de Gazastrook. Het gezin, vertrok samen met de kinderen Samuel, Nathan en Ariëlla, 

DOOR JOEP DERKSEN

De droom om naar Israël te verhuizen ontstond acht jaar geleden. Mirjam: “We gingen op vakantie naar Israël en na terugkomst vertelde onze vierjarige zoon op school enthousiast over zijn reis. De volgende dag stonden er allerlei ouders op het schoolplein met de teksten ‘Free Palestine’. Het antisemitisme tegen alles wat Joods en Israël is bleef maar toenemen. Steeds meer vroegen we ons af of we onze toekomst in Nederland wilden doorbrengen. Het was altijd onze droom om in Israël te wonen en we wilden het Joodse leven ervaren.”

Raymond en Mirjam spraken met iemand over hun wens om in een kibboets te wonen. Als proef gingen ze een weekje wonen in Nahal Oz. “Het was het paradijs op aarde. Raymond kon hier werken op het land en de boerderij en in maart 2018 verhuisden ze. De avond dat we aankwamen, rende de buurman naar ons toe. Het alarm om te waarschuwen voor inkomende raketten was net afgegaan in een van de buurtgemeenten. Hij legde ons uit hoe we het ijzeren luik van onze schuilkamer moesten sluiten. De hele avond was het onrustig, terwijl we om ons heen de knallen van raketten hoorden. Dat was een geen leuk welkom.”

Brandende materialen

Het was nog maar het begin. Vanuit Gaza werden ballonnen met daaronder brandende materialen opgelaten, met als doel om zoveel mogelijk hectares aan landbouwgrond te verbranden. Omdat het in die maanden een kurkdroge omgeving is, bleek dit een heel succesvolle actie te zijn; alle velden verbrandden. Het was tegelijkertijd hét moment waarop Mirjam en Raymond hun waarde aan de gemeenschap konden tonen. “We hebben allebei bij de brandweer gewerkt en onze dorpsbewoners uitgelegd wat je moet doen als er brand is. We hebben de branden professioneel bestreden en er voor gezorgd dat we nu een eigen brandweerkazerne en eigen brandweerauto hebben. Als er iets in deze regio gebeurt, gaan we er met onze brandweerauto heen.”

800 koeien

Afgezien van de aanvallen verloopt het dagelijkse leven eigenlijk heel normaal. De dorpsgemeenschappen bouwen een leven op, onder meer met behulp van de landbouwgrond en het verzorgen van vee. “Raymond heeft een verantwoordelijke functie, waarbij hij moet zorgen voor bijna 800 koeien. Hier in de kibboets doen we alle vieringen samen; dat is heel waardevol. Ik ben niet Joods opgevoed. Mijn vader was christelijk, maar we vierden wel alle Joodse feestdagen. Met Chanoeka haalden we de kandelaar in de woonkamer en met kerst hadden we de kerstboom in huis. Op een gegeven moment ben ik mezelf gaan ontwikkelen.’ 

Terug gaan naar Nederland? Het gezin piekert er niet over. Mirjam laat weten, dat ze zich hier veiliger voelt dan in Nederland. “ De Nederlandse politie loopt er tussen en doet hier niets tegen. Wie is dan in Nederland te vertrouwen, als het er op aankomt?”

Aan het eind van het interview toont Nathan trots zijn verzamelde collectie. Hij gaat naar de zijkant van hun huis. Daar liggen tientallen restanten van Hamasrakketten, die de jongen zelf verzameld heeft. Toch piekeren Mirjam en Raymond er niet over om te verhuizen. “Het is hier 95% de hemel en 5% de hel. Onze kinderen kunnen vrij naar buiten en hoeven nergens bang voor te zijn. We doen alle vieringen samen en het enige gevaar komt vanuit Gaza. We leven in het paradijs aan de afgrond van de hel.”