De LSWH  ging voortvarend aan de slag met opvang, voorlichting, de meida, discussieavonden en  actievoeren, zoals op Roze Zaterdag  25 juni 1983. | Foto's 'Peter van Eeten',
De LSWH ging voortvarend aan de slag met opvang, voorlichting, de meida, discussieavonden en actievoeren, zoals op Roze Zaterdag 25 juni 1983. | Foto's 'Peter van Eeten', Foto:

Terugblik op vijftig jaar Leidse homobeweging

Uit onderzoek blijkt dat 93 procent van de Nederlanders positief staat tegenover homo- en biseksualiteit. Homo's en lesbo's zijn dus grotendeels geaccepteerd. Hoe anders was dat in 1968, het jaar dat de Leidse Studenten Werkgroep Homofilie (LSWH) werd opgericht. Een terugblik op de beginjaren van de homo-emancipatiestrijd in de Sleutelstad.

Door Werner Zonderop

Vier homoseksuele studenten Neerlandistiek kwamen 8 februari 1968 samen op de studentenkamer van een van hen, Paul de Leeuw (niet te verwarren met het alter ego van Bob en Annie de Rooy). De Leeuw was openlijk homo en publiceerde in het Jaarboek van studentenvereniging Augustinus gedichten met een homo-erotisch thema. Dat leidde ertoe dat ouderejaars studenten, die nog niet voor hun geaardheid uitkwamen, hem opzochten. Een hartstochtelijke oproep in het verenigingsblad van Augustinus om meer tolerantie illustreert de frustratie onder Leidse homo's over de houding van de samenleving.

Acceptatie

'Hij vroeg haar of het niet beledigend voor vrouwen was dat mannen op mannen vielen

Hoewel het maatschappelijk klimaat langzaam begon te veranderen, bleek uit onderzoek in 1966 nog dat bijna veertig procent van de ondervraagden geen enkel idee had wat homoseksualiteit inhield. Homoseksualiteit werd in de psychiatrische praktijk als een psychische stoornis gezien en homo's als neuroten. Zij waren zeker te genezen, ook al vergde dat van de kant van hulpverlener en homoseksueel de nodige inzet. Homo's verschenen mondjesmaat in de media - in 1963 was Gerard Reve de eerste openlijke homo op de Nederlandse televisie.

'Integratie door konfrontatie'

Onder de oprichters van de Leidse Studenten Werkgroep Homofilie (vanaf 1969 werd het laatste woord vervangen door Homosexualiteit), behoorden ook Leo de Ridder en Jan van Kakerken. Samen formuleerden ze doelstellingen en een activiteitenprogramma. Aan de ene kant wilden ze opvang bieden aan studenten die problemen hadden met zelfacceptatie of met hun omgeving. Aan de andere kant wilden ze de negatieve houding van de maatschappij, deels voortkomend uit onwetendheid, veranderen. De strategie die zij kozen was 'Integratie door konfrontatie.' Want het idee was dat alleen door mensen te confronteren met hun vooroordelen over homoseksualiteit, zij er op termijn anders over zouden gaan denken.

De merendeels mannelijke leden van de LSWH gingen voortvarend aan de slag. Ze zorgden voor opvang, deden aan voorlichting, roerden zich in de media, organiseerden discussieavonden en voerden actie. Niet zelden verwezen ze studenten door naar studentendecanen, -artsen en -psychologen. Die verwelkomden de werkgroep, omdat zij als studentbegeleiders en -hulpverleners wel zagen hoe hoog de nood onder studenten was. Velen liepen immers met de vraag of zij homoseksueel waren, of hadden moeite met hun homoseksueel zijn.

Niet iedereen binnen de universiteit was zo welwillend. De conservatieve rector magnificus Louis Kukenheim riep Paul de Leeuw op het matje. De Leeuw: 'Kukenheim maakte zich ongerust over onze activiteiten. Ik ging samen met een vrouwelijke student naar hem toe. Hij vroeg haar of het niet beledigend voor vrouwen was dat mannen op mannen vielen. Toen zij vertelde dat dat niet zo was, zei Kukenheim dat hij in dat geval zijn mening bij moest stellen.' Dat weerhield hem er echter niet van enkele jaren later tegen het Algemeen Handelsblad op te merken dat hij homoseksualiteit een geestelijke afwijking vond.

Dansen en feesten

De actieve LSWH'ers zagen in de beginjaren 'homoseksueel dansen' als een manier om zichzelf te kunnen uiten en de buitenwereld mee te krijgen. Ze begonnen met gezamenlijke dansacties in gelegenheden als Pardoeza en studentendiscotheek Hifi. Hoewel in het begin mannen zonder problemen met andere mannen mochten dansen, leidde dat toch tot confrontaties met de uitbaters.

Een andere mogelijkheid om integratie te bevorderen was het organiseren van zogeheten 'integratiefeesten 'in Sociëteit Horus van VSL Catena. Peter van Eeten, actief binnen de Leidse homoscene, zag het zo: 'Het zat duidelijk een beetje in de experimentele fase van adolescenten. Als je binnen kwam en je wist het nog niet, dan had het wel iets spannends: kijken wat er gebeurt, wie mij probeert te versieren, of met wie kan ik dansen. Er waren natuurlijk ook hetero's die het spannend vonden om dat mee te maken. In die zin was het een vrij open aangelegenheid'.

Ontbinding LSWH

Met al haar activiteiten – weliswaar nog voor een groot deel binnen de universitaire wereld – zette de LSWH homo-emancipatie in Leiden op de agenda.

Dat weerhield enkele LSWH'ers er niet van om op 24 april 1970 hun werkgroep te ontbinden wegens een tekort aan vrijwilligers en teleurstelling over het bereikte. Hoewel het einde van de LSWH, gold dat zeker niet voor de strijd voor acceptatie van homo's en lesbo's. Anno 2018 kan het COC Leiden, gevestigd in 'De Kroon' aan de Langegracht, terugkijken op een lange historie van deelname aan het sociaal-maatschappelijke leven.

Dank aan Ingrid Ardonne en Jaak Slangen.

Afbeelding