Kauwen op kauwen
Natuur is overal, ook in de stad. Dick de Vos, natuurgids bij IVN en vogelkenner, schrijft elke week over wat hem opvalt in de natuur in Leiden en omgeving.
Kauwen zijn familie van de kraai en werden vroeger ook wel torenkraaien genoemd. Ze zijn uiterst slim, partners zijn elkaar levenslang trouw en hebben een eigen taal. Van hun roep: kau is ook hun naam afgeleid natuurlijk. In een groep klinkt dat oorverdovend en dat zorgt tot overlast, zoals de bewoners van de Cobetstraat ervaren. Het is niet zozeer het geluid, maar het zijn ook de uitwerpselen die last geven. 'Een continu ondergepoepte straat, stoepen, voortuinen en auto's.' schrijft een bewoner. Die auto's, dat is daaraan toe, maar valpartijen door de glibberigheid is minder.
Wat valt eraan te doen? Kauwen zijn beschermde vogels, en in het broedseizoen mag je ze niet verstoren. Bomen kappen is geen optie. Rigoureus snoeien (kandelaberen)? Het is geen gezicht en je verstoort ook weer nestgelegenheid. Regelmatiger snoeien van zijtakken zou wel kunnen: voorkomt in ieder geval een hoop shit.
Het voedselaanbod verkleinen dan? Vuilnisbakken dicht en alle vetbolletjes uit de tuin zal niet helpen want kauwen eten alles, van slakken tot boomknoppen.
Vogelbescherming gebeld: die adviseert om na het broedseizoen (vanaf augustus) het aantal nestgelegenheden te verkleinen, door boomholtes of schoorstenen af te dichten.
En de kolonie verplaatsen, bijvoorbeeld naar Cronesteijn? Dat mag alleen als er een gevaar is voor de volksgezondheid en met een provinciale ontheffing. En dan nog, hoe doe je dat? Nee, het enige wat ik nog kan bedenken is om predatoren te lokken. Nestkasten plaatsen dus voor roofvogels. Het is een probleem waar ik nog even op moet kauwen.