Regenwormen zijn de meest onderschatte beheerders van een gezond milieu.
Regenwormen zijn de meest onderschatte beheerders van een gezond milieu. Foto:

Wormen in de regen

Natuur is overal, ook in de stad. Dick de Vos, natuurgids bij IVN en vogelkenner, schrijft elke week over wat hem opvalt in de natuur in Leiden en omgeving.

Paar weken terug was er een temperatuuromslag. Na fris voorjaarsweer opeens een warme, vochtige nacht. De straten waren nog nat. Voor mijn deur lagen tientallen regenwormen, op de stoep en op de straat maar niet op het gras. Een paar waren er al doodgereden maar de rest kon ik oprapen en op de aarde leggen. Ik denk dat ik er wel 50 gered hebt, op 20 meter straat. Wat was er aan de hand?

Regenwormen zijn de meest onderschatte beheerders van een gezond milieu. Ze kunnen gangen graven tot 2 à 3 meter onder de grond. Daardoor houden ze de bodem in goede conditie: planten kunnen in de luchtige aarde goed wortelen en zuurstof en regenwater kunnen tot de onderste lagen doordringen.

Bij regen lopen die gangen vol en komen de wormen naar boven. Niet omdat ze bang zijn om te verdrinken - ze kunnen weken onder water blijven - maar omdat de trillingen kunnen wijzen op de komst van een mol. Ze vluchten naar boven. Vogels weten dat. Meeuwen trappelen net zolang totdat de wormen boven de grond komen.

Zo'n vochtige voorjaarsnacht heeft nog meer voordelen. Regenwormen gebruiken die omstandigheden om zich te verplaatsen. Dat gaat sneller dan moeizaam graven onder de grond. Ze kunnen absoluut niet tegen uitdroging. Ik zag ook nog een paar wormen tegen elkaar liggen en ik begreep dat ik getuige was van een paring. Regenwormen zijn tweeslachtig en bevruchten elkaar door omgekeerd tegen elkaar aan te liggen. Vochtig weer zorgt dus ook weer voor nieuwe regenwormen.