Het is aan

'Wat heb je met Leiden?'

Een vraag vanuit de directie van Uitgeverij Verhagen die natuurlijk niet uit de lucht komt vallen als je een nieuwe krant onder je hoede krijgt: onze redacteuren wonen of hebben gewoond of wonen dichtbij de editie die ze maken. Dat is (mede) de 'kracht van lokaal'.

Ik woon in Noordwijkerhout. Heb gewoond in Noordwijk en Hillegom en ben geboren en getogen in Dordrecht. Ik woon(de) dus niet in Leiden: nee. Maar ik héb wel wat met Leiden.

Wanneer je Leiden personifieert en vervangt door 'hem', zagen we elkaar voor het eerst begin jaren '80: mijn ouders hadden destijds een vakantieappartement in Noordwijk aan Zee. Ik ging vaak naar hem toe als het geen strandweer was: shoppen en uitgaan. Toen ik in '85 tijdens een vakantie op Kos drie weken lang met een stel rasechte Glibbers optrok, leerde ik hem beter kennen. Die 'Griekse' Glibbers woonden destijds aan de Nieuwe Rijn. Prachtig stukje van hem, trouwens. In die periode was ik zelfs tijdens oud en nieuw, 3 oktober en de peurbakkentocht naar hem toe gegaan.

In 1990 lonkte de liefde mij naar een ander deel van het land, waardoor ik hem een aantal jaren uit het oog verloor.

De 7 year's itch bracht me in 1997 terug naar de kust. En... naar hem. Niet af en toe, niet wekelijks, maar dagelijks.

Aan de Hooglandse Kerkgracht, in het oude Weeshuis, mocht ik, samen met een aantal heel inspirerende én lieve mensen, in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken, een bijzonder herdenkingsfeestje voorbereiden. Ik leerde hem vanuit een heel andere hoek kennen: letterlijk. Want vanaf het Weeshuis heb je namelijk uitzicht op het grasveld aan de achterzijde van de Burcht.

Hij liet hier veel zien. Zijn goede en slechte kanten: daklozen, junks, geliefden, (studenten)feestjes. Never a dull moment als je naar buiten keek. Sterker: ik belde regelmatig de politie omdat het volledig uit de hand liep. Maar ook met plaatsvervangende schaamte staan staren naar twee verliefde dames die zich onbespied waanden.

Na de festiviteiten van het ministerie, rolde ik op dezelfde locatie in een ander project en reisde dagelijks met een van de Haagweg-busjes via de Kippenbrug naar de kern van hem. Heerlijke wandelingen vanaf 'het bakkertje' aan de Breestraat waar ik uitstapte en over de Koornbrug via de Burgsteeg en de Nieuwstraat naar de Hooglandse Kerkgracht liep. Hij verveelde me nooit. En onze band werd sterker.

Net na de eeuwwisseling rolde ik medialand binnen. En via via kwam ik een jaar of vijf geleden een poosje terecht in het pand van de Nieuwe Energie: ander loopje, vanaf het station, maar niet minder enerverend; en mijn bewondering voor hem was er nog steeds.

Dus ja. Ik heb wel wat met Leiden. Me dunkt. Je kan wel zeggen dat er na pakweg 40 jaar sprake is van vaste verkering!

Caroline Spaans,

redacteur