Schriftelijke vragen van Ahmet Kargin (GroenLinks) en Tobias Sandoval Garcia (CDA) aan het College

Schriftelijke vragen van Ahmet Kargin (GroenLinks) en Tobias Sandoval Garcia (CDA) aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden over Mazen in de wet voor duurdere betaalbare koop (ingediend 3 april 2024)

Als stad bouwen we de afgelopen jaren gestaag door om de grote vraag naar woningen in Leiden terug te kunnen dringen. Daarbij bouwen we niet alleen betaalbare huurwoningen, maar ligt de focus ook uit het beleidsakkoord op betaalbare koop. Bij de programmabegroting eind 2022 nam de raad unaniem het voorstel ‘Herzien v.d. grens voor betaalbare koopwoningen’ aan waardoor we de definitie van betaalbare koop hebben losgekoppeld van de NHG-grens om deze ook daadwerkelijk betaalbaar te houden. Verder zijn bij meerdere raadsvoorstellen voorstellen ingediend over het vergroten van het aandeel van betaalbare koop door onder andere het CDA, VVD en SVL.

Begin dit jaar was er in gemeente Haarlem een casus bekend van een woonproject (nieuwbouwproject Koningshof) waar de uiteindelijke prijs die kopers moesten betalen flink boven de door de Haarlemse raad vastgestelde waarde lag[1]. In plaats van de richtprijs van 365-duizend euro was het eindbedrag ruim een ton boven de richtprijs. Dit kwam doordat de ontwikkelaar 37-duizend euro bouwrente, verplicht 7.500 euro aan maatwerk voor de badkamer, en een verplichte koop van de parkeerplaats voor 65-duizend euro er bovenop rekende, zelfs als een koper geen auto had. De projectontwikkelaar gebruikte zo mazen in de regelgeving om alsnog een hoger prijs te kunnen vragen voor wat door die raad als betaalbare koop was vastgesteld. 

Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stellen de leden Kargin (GroenLinks) en Sandoval Garcia (CDA) daarom het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:

1. Is het College bekend met deze en vergelijkbare situaties als in Haarlem waarbij ontwikkelaars een flink hoger bedrag vragen dan de richtprijs van betaalbare koop?
2. Zo ja, wat heeft het College gedaan om zulke constructies te voorkomen? Als er niks mee is gedaan, waarom niet?
3. Is het College met de vraagsteller(s) eens dat zulke constructies onacceptabel zijn, en dat betaalbare koopwoningen ook echt betaalbaar moeten blijven? 
4. Als het College niet van zulke constructies afweet; is het College bereid hier achteraan te gaan en heeft het College een idee hoe zulke constructies voorkomen kunnen worden?